Patria
Nijmegen
De fabriek werd opgericht in 1891 door Carel van Rosendael en heeft bestaan tot 1957.
Kinderwagens waren het hoofdproduct; daarnaast zijn diverse andere producten gemaakt. Het bedrijf is onder verschillende namen bekend geweest: ´Fa. Van Rosendael & Co.´ (beginperiode), ´de Nederlandsche Kinderwagenfabriek ´ (begin twintigste eeuw) en ´Patria kinderwagenfabriek, N.V. v/h Van Rosendael & Co.´. Het was gevestigd aan de Weurtseweg 44 - 46 in Nijmegen.
(Bron: Foto's van dhr. Chris de Reus via www.noviomagus.nl)
Carel A.J. van Rosendael
Het bedrijf werd gestart door Carel A.J. van Rosendael (1857-1905), een Nijmeegs ondernemer met een ijzerwarenwinkel in de Broerstraat. Naast kinderwagens werden er hand-, bakkers-, boodschappenwagens en uitzetladders gefabriceerd en rond 1898 ook fietsen, merk ´Zwaluw´. Kort voor de eeuwwisseling is er een van de eerste in Nederland geproduceerde auto´s gebouwd, eveneens merk ´Zwaluw´.
In 1895 kostte ´kinderwagens met gummibanden´ ƒ 11,00, de eenvoudiger ´sportkarren´ ƒ 2,85. In 1907 hadden kinder-, promenade- en sportwagens prijzen van ƒ 9.50 – 26,50, ƒ 7,00 – 21,50 en ƒ 2,90 – 6,65.
Laurens Jan ten Horn
Na de dood van Van Rosendael (1905) werd de fabriek eind 1907 overgenomen door diens zwager Laurens Jan ten Horn (1855-1919), die er zijn ijzerwarenwinkel in Wageningen voor van de hand deed. Hij leidde het bedrijf tot zijn dood in 1919. Daarna werd het voortgezet als een familie NV onder leiding van zijn tweede zoon Hendrik Carel (1895-1985) die al vanaf 1917 directeur was, belast met de technische kanten en Th.J. Terburg (1873-1942) voor verkoop en administratie. Terburg verliet het bedrijf vroeg in de jaren dertig.
Stalen kinderwagens
In de tweede helft van de jaren twintig werden ´stalen kinderwagens´ geïntroduceerd, een vernieuwing uit Engeland die stormenderhand de markt overnam. Dergelijke wagens waren trendy maar voor de productie was een dure 250-tons pers nodig. De Patria leverde de stalen bakken ook aan Belgische fabrikanten op voorwaarde dat zij wegbleven van de Nederlandse markt.
Een succesvol nevenproduct was de stalen kruiwagen, waarmee de concurrentie werd aangegaan met de traditionele houten kruiwagen.
Na de tweede wereldoorlog was er een enorme vraag naar kinderwagens, deels omdat veel wagens in de oorlog en de hongerwinter versleten waren (ze hadden gediend om aardappels en dergelijke mee te halen bij de boeren), deels om te voldoen aan de behoefte van de babyboom die na de bevrijding ontstond. In het boekjaar ´47/48 werd een topproductie gehaald van 11.281 stuks. De productie van wandel- en poppenwagens was stopgezet omdat men de vraag naar kinderwagens nauwelijks aankon.
Uit de jaren na de oorlog stamt ook de introductie van de geheel opvouwbare kinderwagen, vooral handig voor de vele gezinnen die door de woningnood krap behuisd waren.
Een ander opmerkelijk product was een minimalistisch, lichtgewicht, handig opvouwbaar en goedkoop wandelwagentje dat gemakkelijk mee het openbaar vervoer in kon. Het stond bekend onder de naam ´Nip´ en er zijn er veel van verkocht.
Vanaf 1949 liep de vraag naar kinderwagens sterk terug (voor volgende kinderen was geen nieuwe wagen nodig) en nam de concurrentie scherp toe. De fabriek is daarom vanaf 1951, naast de kinderwagens, in de markt voor schoolmeubilair gestapt. Het was een zeer succesvol concept dat tot aan het einde van het bedrijf in 1957 is voortgezet. Het bedrijf is stopgezet in 1957 bij gebrek aan opvolger voor de directeur. In dat jaar zijn ook de laatste kinderwagens gemaakt.
(Bron:Samengesteld door L.A. ten Horn 15-8-2011 (volledige tekst); bronnen: Noviomagus.nl; archief familie Ten Horn; Dagblad De Gelderlander 1880-1956 (regionaal archief Nijmegen); Genlias; Parenteel van Johannes Terburg.)